Wilders, wel blond, niet dom

20Is Geert Wilders nou echt zo blond (om de woorden van PvdA-voorzitter Lilianne Ploumen te gebruiken) of weet hij dat ideeën als het inzetten van het leger tegen jonge Goudse Marokkanen of het verbieden van de Koran onrealistisch en wettelijk onuitvoerbaar zijn? Natuurlijk weet hij, als door de wol geverfd politicus, dat. Maar om gehoord te worden en aanhang te verwerven schuwt hij het niet om de knuppel in het hoenderhok te gooien, te overdrijven om zijn punten duidelijk te maken en in te spelen op onderbuikgevoelens. De andere partijen hebben vervolgens grote moeite Wilders met zijn ‘bottebijlmethode’ van adequate repliek te voorzien. Politici grijpen regelmatig naar tactieken als het negeren, marginaliseren of ridiculiseren van de PVV-leider, en betitelen hem als clown, populist, xenofoob, racist of, zeer recentelijk dus, als dom blondje. Deze tactiek blijkt echter geenszins succesvol want Wilders handhaaft zich al jaren uitstekend, sterker nog: zijn aanhang groeit aanzienlijk.

Ook in de laatste peilingen van Maurice de Hond, voor wat die waard zijn, kwam Wilders’ Partij voor de Vrijheid weer als grootste partij van Nederland uit de bus. De PVV is vooral in de peilingen omhooggeschoten nadat het Gerechtshof eind januari bepaalde dat het Openbaar Ministerie Wilders toch moet vervolgen vanwege uitspraken die aan zouden zetten tot haat. Het Hof oordeelde dat er van haatzaaien sprake is ‘vanwege de eenzijdige, sterk generaliserende formuleringen met een radicale strekking, de niet aflatende herhaling en toenemende felheid hiervan’. Hieronder valt de vergelijking met het nazisme die Wilders maakte toen hij de Koran als ‘islamitische Mein Kampf’ betitelde. In februari trok Wilders wederom veel publiciteit toen Groot-Brittannië hem de toegang tot het land ontzegde omdat hij een gevaar zou zijn voor de openbare veiligheid. Ook dit nieuws droeg verder bij aan Wilders’ stevige opmars in de peilingen.

Wilders’ bezoek aan de VS eind februari, waar hij zijn film Fitna in de Senaat mocht vertonen, stond ook weer in het thema van de door hem geconstateerde wereldwijde aanslagen op de vrije meningsuiting, die met name het gevolg zouden zijn van de toenemende islamisering. Hij stelde dat Europa een voorbeeld zou moeten nemen aan de vrijheid van meningsuiting zoals die in Amerika is vastgelegd in het First Amendment. Hierin worden nagenoeg geen beperkingen gesteld aan wat er gezegd mag worden, met als onderliggende gedachte: voor vrijheid en democratie is debat nodig en geen opgelegde stilte; spreek het uit en discussieer erover. Zoals Paul Scheffer onlangs zei in HP/De Tijd: ‘Het gefulmineer van iemand als Wilders tegen de islam heeft een functie: bied zo’n man weerwoord! Vecht het uit! Het conflict is een teken van integratie, niet van mislúkte integratie.’ Juist door het debat rond Fitna voelde Geert Wilders zich bijvoorbeeld gedwongen de moslims te complimenteren met hun beheerste reactie op zijn film.

Het stoort Wilders dat een discussie over en kritiek op de islam niet mogelijk lijken. Net als vele andere verdedigers van het vrije woord gruwt hij ervan dat het antidiscriminatieverbod en de godsdienstvrijheid geregeld worden ‘misbruikt’ om de vrijheid van meningsuiting in te perken. Zo eigenen religieuze mensen zich geheel onterecht meer ‘recht’ toe op het zich beledigd en gediscrimineerd voelen dan niet-gelovigen, worden zij op die grond meer door de wet beschermd én kunnen ze zich ook nog eens meer permitteren op het gebied van de meningsuiting. Zo zou men in Nederland als niet-moslim niet letterlijk bepaalde woorden van een extremistische moslim kunnen herhalen, zonder zich voor een rechter te moeten verantwoorden.

In Nederland werd de laatste jaren door rechters steeds vaker meer gewicht toegekend aan het verbod op discriminatie dan aan de vrijheid van meningsuiting. We moeten ons afvragen of dit niet andersom zou moeten zijn, in het belang van het debat en de verhelderende en uiteindelijk heilzame werking daarvan. Geert Wilders blijkt zelf echter uiterst inconsequent in het toepassen van de vrijheid van meningsuiting: zijn idee de Koran te verbieden is in dit licht natuurlijk volstrekt onhoudbaar, en ook het uitzetten van haatpredikende imams strookt in feite niet met zijn pleidooi voor een Europees First Amendment.

Wilders zou veel serieuzer en beter weerwoord moeten krijgen, van linkse én rechtse partijen. De door hem geconstateerde problemen, die overduidelijk leven bij een groot deel van het Nederlandse electoraat, en de door hem aangedragen oplossingen verdienen een inhoudelijke discussie. Alleen dan is er te komen tot realistische oplossingen voor reële problemen. Door Wilders als dom af te schilderen gaat men een inhoudelijke discussie met hem uit de weg, komt men niet met eigen oplossingen en worden bovendien ook al zijn stemmers als dom getypeerd, waardoor hun gevoel van onvrede alleen maar zal toenemen. Wilders op zijn beurt dient zich terdege te realiseren dat hijzélf ook debet is aan het verlammen van de discussie over de islam. Met zijn openlijke pleidooi voor ‘minder islam in Nederland’ en zijn vaak radicale plannen om de toenemende invloed van de islamitische cultuur te weren en de toestroom van moslims een halt toe te roepen, strijkt hij zoveel mensen en politici tegen de haren in, dat alleen daardoor al echte oplossingen uitblijven.

Geert Wilders benoemt weliswaar problemen en zorgen die leven bij veel burgers, maar paart dit aan een sterk anti-islamitische houding en wekt de indruk niet bereid te zijn tot compromissen en reële oplossingen. Hij vindt de islam een gewelddadige religie, de Koran een fascistisch en gewelddadig boek dat verboden zou moeten worden, en stelt dat het Westen bedreigd wordt door de totalitaire ideologie van de islam en daarom haar waarden en vrijheden moet verdedigen. Met dergelijke vijandige en generaliserende taal jaagt Wilders begrijpelijkerwijs ook de gematigde en progressieve moslims tegen zich in het harnas, terwijl die zo keihard nodig zijn voor een vruchtbare dialoog, om vervolgens te komen tot reële oplossingen voor reële problemen. De radicale islam moet bestreden worden en dat kan alleen maar door de gematigde islam te stimuleren.

Een gematigde toon is uiteindelijk effectiever. Maar de radicale toon en dito ideeën van Wilders zouden als welkome input voor het debat gezien moeten worden en als een uitdaging voor de politiek om hier wat tegenover te zetten. Dus politici, links én rechts, dien Wilders van repliek, ga inhoudelijk met hem in discussie, en kom met betere oplossingen dan die van meneer Wilders.


6-4-2009
www: Website Friesch Dagblad