Start Stefanusparochie Nijmegen

een terugblik

Stefanusparochie Nijmegen van start gegaan

 

De Stefanusparochie in Nijmegen is een van de nieuwe fusieparochies in het Bossche bisdom.. Theo van Els, eindredacteur van het parochieblad Effata gaf op persoonlijke titel een waardering van de startviering op 7 juni jl.
We nemen dit artikel over uit het parochieblad.

In en plechtige Eucharistieviering werd op zater­dag 7 juni de start van onze Stefanusparochie offi­cieel bevestigd en werd de pastoor van de nieuwe parochie, Cyrus van Vught, geinstalleerd. De druk bezochte viering vond plaats in de Antonius Abt Kerk aan de Dennenstraat. Mgr. Hurkmans ging voor en alle priesters van de pastoraatsgroep conce­lebreerden. Uit de koren van alle acht deelnemende locaties was een groot koor samengesteld dat alle (vaste) gezangen voor zijn rekening nam; daarnaast was er een plaatsje ingeruimd voor een kinderkoor van de Maria Geboorte Kerk en voor het Gregoriaans koor van de Antonius van Padua Kerk.

 

Bevestiging pastoor

Tijdens de eucharistieviering werd eerst door de bis­schop Cyrus van Vught bevestigd als pastoor van de nieuwe parochie, nadat deze officieel het ambt had aanvaard. Iets later hernieuwde de nieuwe pastoor ten overstaan van de bisschop en de gelovigen zijn wijdingsbeloften. Daarop aansluitend werden telkens door één vertegenwoordiger van alle acht locaties de sleutels van de eigen kerk aangeboden aan de bisschop, die deze weer overhandigde aan de nieu­we pastoor, die ze vervolgens overhandigde aan de

vertegenwoordiger van een andere locatie. Zo werd de bereidheid open te staan voor de ander gesym­boliseerd. Om de eenheid van de nieuwe parochie te benadrukken, werden door telkens twee vertegen­woordigers van respectievelijk de groep der cate­cheten, de vrijwilligers en mensen werkzaam in de diaconie aan de nieuwe pastoor, via de bisschop, karakteristieke symbolen aangeboden, die in opdracht van de pastoor door weer twee leden van de pas­toraatsgroep op het altaar geplaatst werden.

Aan het begin van de viering werd een woord van welkom gesproken door de vicevoorzitter van het bestuur van de Stefanusparochie, Fons Plasschaert. Het houden van de homilie (preek) was uiteraard toevertrouwd aan Mgr. Hurkmans. En tegen het einde van de viering was er een dankwoord van de nieuwe pastoor, De burgemeester van Nijmegen feliciteerde in een korte toespraak Cyrus van Vught met zijn in­stallatie en wenste hem en de nieuwe parochie een goede toekomst.Tenslotte sloot de vicevoorzitter van de Antonius Abt locatie de feestelijke viering af en nodigde de aanwezigen uit voor een hapje en een drankje in de pastorietuin.”

 

Veel te lang

Uit deze opsomming van wat er zoal passeerde tijdens de openingsviering, kunt u afleiden dat het een bijzonder lange viering is geworden. Alles bij elkaar bijna 2,5 uur! En dat was, volgens mij, ook veel en veel té lang. De Antonius Abt Kerk is een ‘ouderwetse’ kerk, met o.a. weinig aandacht voor het zitcomfort van de kerkgangers: harde en smalle zit­banken. Bovendien is de geluidsinstallatie te zwak om het gesproken woord goed verstaanbaar te maken tot voorbij het midden van het lange schip van de kerk. Onvermijdelijk is dan dat de interesse voor wat er gezegd wordt op het priesterkoor, snel verdwijnt en dat het (onnodige) hoesten hinderlijke vormen aan­neemt. De lengte van de dienst mag dan wel bijgedra­gen hebben aan de ‘plechtigheid’ ervan, ze heeft voor mij vooral ook veel afgedaan aan de ‘kwaliteit’ van de viering. Voor mij persoonlijk was het geen “mooie start” van de Stefanusparochie, de kwalificatie die na afloop uit veler mond opgetekend kon worden. Het was eerder, in zekere zin, een gemiste kans.

Gemiste kans
“Een gemiste kans” is ook de kwalificatie die ik geneigd ben te gebruiken voor de dienst zelf, voor dat wat ons werd geboden en voorgehouden. En dan bedoel ik nog niet zozeer dat de dienst ook te sterk getrokken werd in de sfeer van het Pinksterfeest dat de dag erna gevierd zou worden. Het was net alsof het welslagen van deze fusie automatisch verze­kerd was, als we maar genoeg de H. Geest om hulp zouden vragen; over onze inzet voor dat succes werd nauwelijks gesproken. De kwalificatie “gemiste kans” slaat ook niet op de op de keuze van de liederen, die wat al te eenzijdig ‘conservatief’ waren zodat er voor leden van de Effatagemeenschap bijvoorbeeld weinig herkenbaars te horen was. Misschien hebben de samenstellers van de dienst gedacht dat liederen van Huub Oosterhuis zoveel mogelijk vermeden moesten worden, om Mgr. Hurkmans tegemoet te komen. Dat was dan een misverstand, denk ik. Bij de Eucharistieviering bij gelegenheid van de jaarlijkse Dies Natalis van de Radbouduniversiteit ging dit jaar Mgr. Hurkmans ook voor en hij zong uit volle borst alle gezangen mee. En dat waren bijna allemaal tek­sten van Huub Oosterhuis!

 

In de steek gelaten
Als trouw bezoeker van de Effata-diensten voelde ik me, naargelang de dienst vorderde, steeds eenzamer, in de dienst, in zekere zin voelde ik me in de steek gelaten. Natuurlijk weet ik dat je -zoals Mgr. Hurk­mans benadrukte in zijn homilie- in een fusieparo­chie het gedachtegoed en de wijze van vieren van de ander niet alleen moet “verdragen”, maar ook moet waarderen, d.w.z. appreciëren als het eigene van de ander. Daar ben ik graag toe bereid. Maar in deze viering was er nagenoeg niets dat mij herin­nerde aan het mij vertrouwde. En deze viering was toch een uitgelezen gelegenheid om de “eenheid in veelvormigheid” van onze fusieparochie te laten uit­komen? Mogelijk zal men tegenwerpen dat we voor deze inwijdingsdienst sterk in ons handelen beperkt werden door wat het bestaande kerkelijke protocol van het bisdom voorschrijft. Maar daaraan hadden we ons dan kunnen (en moeten onttrekken) met een beroep op het veelvormige karakter van onze fusieparochie.

Een andere reden voor mijn gevoel van teleurstelling over deze dienst was dat al degenen die het woord voerden, de kans voorbij lieten gaan om een visie te ontwikkelen op wat “eenheid in veelvormigheid”, nu en op de lange termijn, betekent. T.a.v. het “nu” werd wel aangegeven dat wij “verdraagzaam” moeten zijn jegens elkaar. Maar betekent dat meer dan dat we toestaan” dat het op alle locaties ‘anders’ kan gaan

dan in ons eigen huis? Maar wanneer we een keer samen iets doen, zoals bij deze inwijdingsviering, doen we het dan zo dat iedereen iets van zichzelf daarin herkent?

 

Lange termijnvisie

Maar belangrijker is welke visie we hebben op de lange termijn. Gaan we ook dan echt door een “eenheid in verscheidenheid” te zijn of gaan we ervan uit dat die verscheidenheid er ondertussen wel “vanaf gesleten” is en we in alle opzichten weer kunnen terugkeren in het “oude, vertrouwde” van het verleden, wat de laatste tijd de officiële lijn van de hiërarchie lijkt te zijn? Geen van de sprekers ging expliciet op dit punt in. En dat vervulde mij wel met enig wantrouwen.

 

Nieuwsgierig verkennen
Maar, dat gevoel van wantrouwen en het gevoel van teleurstelling over de inwijdingsviering moeten we toch snel
proberen te overwinnen. Ikzelf ben daar graag toe bereid, en wel in de geest die Annemie Herinx ons voorhoudt in het Voorwoord van dit num­mer van de parochiekrant: “In plaats van vast te houden aan het eigen gelijk kunnen we ervoor kiezen in alle openheid en met nieuwsgierigheid elkaars grondhouding te verkennen”. Waar we uiteindelijk uitkomen, zal de geschiedenis wel leren. Maar al direct bij het aan­gaan van het traject, mag bij geen van de deelne­mers voorop staan dat zijn/háár wijze van denken en doen uiteindelijk zal (dienen te) prevaleren. Om van de fusie een succes te maken voor iedereen is het ook nodig dat iedereen voor het eigene sterk en hel­der uitkomt in de confrontatie met wat onze partners inbrengen.

Theo van Els (op persoonlijke titel)