Goede psychosociale ontwikkeling en zelfkennis essentieel bij voorkomen misbruik

 

Anke Bisschops

Pastoraal psycholoog Anke Bisschops was nauw betrokken bij de commissie Deetman die onderzoek deed naar het seksueel misbruik in de Rooms-Katholieke Kerk in Nederland. Ze was niet verbaasd toen recent nieuwe berichten over misbruik binnen kerk in de Verenigde Staten naar buiten kwamen – wel wat teleurgesteld dat het in de media weer als ‘iets nieuws’ werd gepresenteerd. Een gesprek over andere tijden, preventie van misbruik en de positieve effecten van alle media-aandacht.

 

door Simone Ooms

‘Overal waar mensen veel macht en gelegenheid hebben, komt misbruik voor,’ legt Anke Bisschops uit. ‘Wat dat betreft was de kerk een plek bij uitstek. Wás, in ieder geval als we het over de Nederlandse kerk hebben. En ik verwacht dat binnen enkele jaren de beerput ook in landen als Frankrijk, Italië en Polen open zal gaan. Het is hetzelfde proces.’

Zijn de misstanden echt iets van het verleden? En hoe het heeft juist toen zo ver kunnen komen?
‘Misbruik van kwetsbaren is een wijdverspreid fenomeen. Garanties heb je nooit en in die zin is het niet iets van het verleden. Maar in Nederland heeft de kerk geen absolute macht meer over bijvoorbeeld kinderen op internaten en is iedereen vandaag de dag doordrongen van de immense gevolgen van misbruik. Let wel: bij de commissie Deetman waarvoor ik religieuzen heb begeleid in contact met slachtoffers, kwam niet één geval van na 1990 voor. Zowel binnen als buiten de kerk heeft er een forse cultuuromslag plaatsgevonden. Destijds was er naast het taboe ook nog een sterke machtsstructuur en veel naïviteit. Ik bedoel dit absoluut niet als vergoelijking, maar we hebben soms wel de neiging om met onze moderne bril naar het verleden te kijken.’

In welk opzicht moeten wij onze bril dan aanpassen?
‘De cultuur was totaal anders. Men was ervan overtuigd dat mensen vooral rationele (en dus ‘verstandige’) beslissingen namen, terwijl we nu weten dat juist het emotionele aspect meestal leidend is. Ook bestond het denkbeeld nog dat kinderen alles vergaten of geen – blijvende – last hadden van wat hun werd aangedaan. Zo werden begin vorige eeuw baby’s regelmatig nog zonder verdoving geopereerd. Voor ons vandaag de dag ondenkbaar! Verder was de opleiding van priesters niet erg bevorderlijk voor hun psychosociale ontwikkeling. Denk bijvoorbeeld aan het verbod op bijzondere vriendschappen: goede vrienden die je echt in vertrouwen kunt nemen. Als mensen kunnen we wel zonder seksueel contact, maar niet zonder emotionele intimiteit. Dan raak je met jezelf in de knoop.’

Het komt dus niet zozeer door het celibaat, maar door psychosociale problemen?
‘Als het celibaat dé oorzaak is, dan zijn de gevallen op scholen, de kunstwereld, sportclubs, et cetera, niet te verklaren. Hoe meer psychosociale problemen iemand heeft, hoe makkelijker hij of zij gegijzeld kan worden door de eigen emoties en behoeften. Een gebrek aan zelfkennis is funest. Zonder zelfkennis kan iemand zichzelf van alles wijsmaken. Om maar iets te noemen: dat als hij bij een zieke mevrouw op bezoek gaat en dan veel lichamelijk contact met haar heeft, hij dat allemaal voor háár doet – terwijl hij zich in feite laat leiden door zijn eigen behoefte aan verbinding.’

Hoe voorkom je psychosociale problemen en bevorder je de zelfkennis?
‘Problemen hebben we allemaal wel eens, maar het contact met anderen helpt ons om eruit te komen en persoonlijk te groeien. Ik ben er een groot voorstander van om priesters op te leiden op de universiteit in plaats van op een seminarie of ander afgesloten instituut. Ze moeten normale interacties hebben, feedback leren krijgen. Op een seminarie sta je buiten de rest van de wereld en kunnen ook vandaag de dag nog ongezonde mechanismen optreden. Van een seminarie kun je bijvoorbeeld weggestuurd worden en dat werkt angst in de hand. Wat als je verliefd wordt? Wat als je homoseksueel bent? Ik heb wel eens een seminarist begeleid die verliefd was geworden en dat op het seminarie absoluut niet bespreekbaar durfde te maken.’

En de trainingen die u zelf geeft aan priesterstudenten en religieuzen?
‘Natuurlijk is het zeer belangrijk om tijdens de opleiding aandacht aan deze materie te besteden, maar ik wil hier niet te naïef in zijn. Het gaat vooral om een gezonde persoonlijke ontwikkeling, om zelfkennis die verworven moet worden. Dat geldt voor alle pastoraal werkers, diakens, priesters en religieuzen die veel met mensen werken. Ik vind dat daar meer aandacht aan besteed moet worden. Zoiets leer je niet in één of twee middagjes. Bovendien geloof ik dat persoonlijke getuigenissen van slachtoffers meer effect hebben dan een docent die het even allemaal een keertje komt uitleggen. Wat dat betreft ben ik blij dat de verhalen, hoe gruwelijk ook, naar buiten zijn gekomen.’

Het taboe is dus doorbroken en de kerk heeft allerlei acties ondernomen om herhaling te voorkomen. Hoe kan de individuele gelovige bijdragen aan een veilige omgeving?
‘Houd je ogen goed open en maak het bespreekbaar als je iets hoort of ziet waar je je twijfels bij hebt. Zorg dat het onderwerp op de agenda blijft staan en heb oog voor slachtoffers. Wees je er ook van bewust dat dat laatste niet altijd makkelijk is. Ik herinner me een bijeenkomst waar een man die zelf slachtoffer geweest was, zich abnormaal luidruchtig en hinderlijk gedroeg en op een zeker moment echt onbeschoft werd. De aanwezigen stoorden zich hier erg aan. Maar dit soort sociaal-emotionele problemen zijn vaak juist het gevolg van seksueel misbruik. Dat kun je iemand absoluut niet kwalijk nemen. Dan wordt het trauma op trauma.’

En de aandacht van de media?
‘De media-aandacht heeft juist een heel positief effect gehad. Zoals ik al zei is er een taboe doorbroken. Binnen de kerk, maar bijvoorbeeld ook bij zoiets als de #MeToo-beweging. Ik denk dat die niet zo massief op gang was gekomen, als het taboe niet eerst al in de kerk was doorbroken. Pas als mensen het persoonlijke relaas van een slachtoffer horen, beseffen ze wat de gevolgen zijn. Tegelijkertijd vind ik het jammer dat de kerk gedemoniseerd wordt, door sommigen zelfs weggezet als criminele organisatie. Ja, er zijn verschrikkelijke dingen gebeurd. Maar de kerk doet vooral heel veel goeds met mensen die zich daar dagelijks met hart en ziel voor inzetten. Soms denk ik: Jezus is aan het kruis genageld, maar daar is veel goeds uit voortgekomen. Nu is in zekere zin de kerk aan het kruis genageld… en komen er goede dingen uit voort.’

Simone Ooms was na haar journalistieke opleiding tien jaar werkzaam als (online) communicatieprofessional op een hogeschool. Inmiddels werkt zij als online redacteur en marketeer bij Berne Media en is zij hoofdredacteur van katholiek.nl. In haar vrije tijd studeert zij Theologie aan de Radboud Universiteit.

bron: katholiek.nl