Drie tips om katholiek te blijven in tijden van misbruikcrisis

Homilie van Nikolaas Sintobin sj voor de 25ste zondag van het jaar

 
Boze mensen

Boze mensen

Wijsheid 2,12.17-20                           Jacobus 3,16-18.4,1-3            Marcus 9,30-37

Vorig WE was ik bij een groep protestantse christenen. Ik sprak hen over de vreugde in het christelijk leven. ‘s Nachts lag ik even wakker. Recente nieuwsberichten spookten door mijn hoofd: misbruik in Chili, de Verenigde Staten, Duitsland en dan dat artikel in het NRC over Nederlandse bisschoppen en kardinalen. Ik voelde weinig vreugde. Temeer, daar het zonneklaar is dat ons nog lange tijd dergelijke berichten wachten. ’s Morgens ontbeet ik met hen. Met oprechte bezorgdheid vroegen ze me of ik dacht dat de katholieke Kerk dit alles wel zou overleven?

Als je vandaag de pers leest dan lijkt het dat onze Kerk één grote misbruikfabriek is en dat priesters, bisschoppen en zelfs kardinalen op grote schaal het kwetsbare leven van kinderen blijven beschadigen en vernietigen.

Niet vreemd dat sommigen besluiten dat ze niet langer bij die perverse club willen horen.

Niemand ontkent vandaag de vernietigende gevolgen van misbruik. We weten ook dat de cijfers over misbruik in de Kerk eerder een onderschatting zijn dan een overschatting. Hoe pijnlijk en ontluisterend ook, het is goed dat alles aan het licht komt. Het is een noodzakelijke bijdrage om herstel mogelijk te maken voor de slachtoffers, hun familieleden en de talloze mensen, al of niet katholiek, die hier diep door gekwetst zijn.

Hopelijk leidt het er ook toe dat het misbruik in andere grote organisaties wordt onderzocht. Nu is dat enkel gebeurd in de Katholieke Kerk. Gevolg is dat talloze slachtoffers in jeugdbewegingen, sportwereld enz. aan hun lot worden overgelaten. In Europa wordt, volgens officiële cijfers, een minderjarige op vijf misbruikt. 99,9% van dat misbruik wordt gepleegd door niet-celibataire mannen.

Het is niet omdat het kindermisbruik vandaag binnen de Katholieke Kerk in Nederland en Vlaanderen zo goed als gestopt is, dat de onderliggende oorzaken verholpen zijn. We kunnen niet zomaar de bladzijde omdraaien. Wat kunnen we dan wel doen?

In het Evangelie van vandaag laakt Jezus het contrast tussen de eerzucht van zijn leerlingen en de onschuld van een kind. De voorbije weken heeft paus Franciscus heel wat gezegd en geschreven over het misbruikschandaal. Ik zou daar drie tips willen uit distilleren die ons mogelijk verder kunnen helpen, vertrekkend van het voorbeeld van kinderen.

1. Een kind zegt zonder omwegen wat het denkt, ziet en voelt. 

Franciscus vraagt ons hetzelfde te doen. Hij vraagt de dingen bij hun naam te noemen. Seksueel misbruik heeft veel te maken met klerikalisme en dus met misbruik van macht en van geweten. In Ierland zei de Paus in een gesprek met een groep religieuzen het volgende: 

Wie van ons kent er niet een autoritaire bisschop? Er zijn in de Kerk altijd autoritaire bisschoppen en religieuze oversten geweest. En autoritarisme is klerikalisme. … Wees niet bang om de dingen bij hun naam te noemen.

Zelf ben ik bijna twintig jaar priester. Al te vaak ontmoet ik christenen die mij, met de beste bedoelingen, op een voetstuk plaatsen, die mij behandelen als een heel bijzonder, want gewijd man. Dit is niet gezond. Een priester is een gewoon mens, en dus een zondaar. Een van de titels van de paus is servus servorum: dienaar van de dienaren. Het gewijde ambt is een nederige dienst aan het volk van God. We bewijzen onze voorgangers, of het nu gaat over een pastoraal werkster of een kardinaal, geen dienst door ze op te sluiten in een luchtbel van sacraliteit. Beter is hen te behandelen als gewone mensen. En, als je merkt dat ze zichzelf in die luchtbel willen verschuilen, prik die dan aub open. 

2. Een klein kind is spontaan open. Het heeft weinig vooroordelen. Elk ander kind mag zijn of haar vriendje zijn.

Een reactie op al de kritiek die onze Kerk nu over zich heen krijgt kan zijn dat we ons terugplooien op onszelf. Dat we ons verschansen in een piepkleine Kerk van “echte” katholieken, afgesloten van de boze wereld. Paus Franciscus zegt hierover het volgende: 

Het misbruikdrama, in het bijzonder als het van grote omvang is en tot veel schandaal leidt … verwijst vaak naar een context van elitisme … een onvermogen om dicht bij het volk van God te zijn.

Een zelf-opgesloten kerk is de beste biotoop voor nieuwe en andere vormen van misbruik. Bovenal, de Kerk is bedoeld om open te staan voor de hele wereld! Een gezonde Kerk is gastvrij en zet de deuren en ramen naar de samenleving wijd open. Dat begint bij onze huisgenoten, buren, collega’s, ook als ze “lieve heidenen” zijn of een andere religie aanhangen. 

3. Een klein kind kan veel verdriet hebben. Maar het is pas ten volle zichzelf als het vreugdevol is.

Er heerst nu bij katholieken veel boosheid, opstandigheid, droefheid en soortgelijke gevoelens. Dat is maar normaal. Paus Franciscus, nog steeds in Ierland, werd gevraagd hoe hij zo vreugdevol kon blijven in die stormen. Een christen, zo antwoordde hij, 

moet steeds zoeken naar vreugde, hij moet altijd vragen om vreugde te ontvangen.

Voordien sprak hij over het belang om in je gebed uitdrukkelijk te smeken om vreugde. Vreugde is de normale biotoop voor de christen. Laten we dit niet vergeten, beste medegelovigen. De Heer heeft ons deze vreugde beloofd, wat er ook gebeurt. Daarom is Hij naar ons toegekomen. Hij geeft ons die vreugde als we erom vragen. Ook vandaag laat Hij ons niet in de steek. 

Terug naar de ontbijtvraag van mijn protestantse vrienden. Gaat onze Kerk dit schandaal overleven? De Kerk is de enige instelling in de wereld die door God is gewild. Zij gaat niet dood. Onze Kerk is wel toevertrouwd aan mensen en dus aan zondaars. Daarom moet ze hervormd worden, altijd weer. Aan ons om onze verantwoordelijkheid op te nemen. Nú. Door te spreken, door open te staan voor de ruimere wereld en door bewust te vragen en te kiezen voor de vreugde van het Evangelie.