Doofpotbeleid beoordelen vanuit historische context, zegt paus

Feiten die in het verleden zijn gebeurd, moeten worden geïnterpreteerd vanuit hun historische context. Dat zei paus Franciscus gisteren over het misbruik- en doofpotschandaal in de Katholieke Kerk. De bisschop van Rome gaf gisteren een persconferentie aan boord van het vliegtuig tussen de Estse hoofdstad Tallinn en Rome, na zijn vierdaagse reis door de Baltische landen.

De paus vertelde over zijn ontmoeting met jongeren, die hem vertelden dat ze zijn geschokt door de omvang van het schandaal in de Katholieke Kerk. “Maar ook al was het maar één priester die een jongen of een meisje heeft misbruikt, het is afschuwelijk”, zei Franciscus tot de meereizende journalisten. “De jongeren weten dat er overal misbruik plaatsvindt, maar in de kerk is dat het schandaligst  omdat de kerk kinderen naar God moet brengen in plaats van hun levens te verwoesten.”

Franciscus verwees naar het rapport van het in augustus gepubliceerde rapport van de grand jury van de Amerikaanse staat Pennsylvania. De daarin vermelde criminele feiten betreffen volgens hem vooral de eerste decennia na de Tweede Wereldoorlog. “Maar de laatste tijd is de corruptie afgenomen, omdat de Kerk heeft gemerkt dat ze het op een andere manier moest bestrijden. Vroeger werden deze dingen toegedekt. Dat gebeurde ook thuis, als de oom de nicht aan het molesteren was, als de vader zijn zonen aan het molesteren was, ze dekten het toe omdat het een zeer grote schande was. Het was de manier van denken van vroeger, van het verleden”, zei de paus, die eraan toevoegde dat dit principe hem helpt de geschiedenis te interpreteren.

“Een historische gebeurtenis wordt geïnterpreteerd met de hermeneutiek [zoeken naar betekenis vanuit de eigen context] van de periode waarin het plaatsvond, niet als een hermeneutiek van nu. Kijk bijvoorbeeld naar inheemse volken. Zoveel onrechtvaardigheid, zoveel wreedheid was, maar het kan niet worden geïnterpreteerd met de hermeneutiek van nu, omdat we nu een ander geweten hebben”, zei de paus. Hij noemde ook de doodstraf als voorbeeld en wees erop dat ook de pauselijke staat, die tot 1870 bestond, veroordeelde misdadigers onthoofdde.

Franciscus zei verder dat er een omslag in de kerk heeft plaatsgevonden en dat er al vele priesters, die zich aan misbruik schuldig maakten, door de Congregatie voor de Geloofsleer uit hun ambt zijn gezet. “Nooit heb ik een gratieverzoek ondertekend. Op dit punt onderhandel ik niet, het is niet onderhandelbaar.”

bron: KRO